Ode aan de Dedemsvaart

ODE AAN DE DEDEMSVAART

Aan mij is gevraagd om een muziekstuk te schrijven voor harmonieorkest en koor ter gelegenheid van het 200 jarig bestaan van de Dedemsvaart. Hoewel ik geen enkele ervaring heb met harmonie- en fanfaremuziek leek het mij toch leuk om deze uitdaging te aanvaarden. Ik ben vol goede moet aan de slag gegaan. Omdat ik hoofdzakelijk koormuziek schrijf ben ik met een koraal begonnen en met een tekst die de geschiedenis van de Dedemsvaart in beknopte vorm weergeeft. Het graven van het kanaal was noeste arbeid en heeft heel veel bloed, zweet en tranen gekost, zo leert ons de geschiedenisboeken. Daarom ben ik het muziekstuk ook in mineur begonnen. Maar ondanks de zware arbeid was het toch zo dat velen in die tijd, toen er weinig werk was, aan het werk konden. Grote verschillen tussen mensen met een gering en enkelen met een behoorlijk inkomen.  Hierdoor kun  je in het eerste droevige deel toch wat blijde (hoge) klanken waarnemen. Het thema in het eerste deel herhaalt zich, omdat het kanaal in twee fasen is gegraven. Halverwege bleek het geld op te zijn. Maar als het kanaal eindelijk helemaal gegraven is kunnen de schepen hun vracht vervoeren. Dat is te horen aan het signaal van de scheepshoorn, waarna de brug wordt opgehaald en de turf naar het westen kon worden gebracht, waarna op de terugtocht schelpen voor de kalkovens mee konden worden gebracht.

Drukke tijden komen. Dat is in het tweede deel van het muziekstuk te horen. Alle partijen spelen door elkaar in korte noten uitgevoerd in een 6/8 maat en ook de toonsoort verandert van mineur naar majeur. Het klinkt vrolijk omdat nu de bedrijven zich hier vestigen en er geld valt te verdienen. Het gezicht van deze streek verandert, al blijft het wel zware arbeid. Maar ook dit verandert. Mechanisatie doet zijn intrede. Heel veel arbeid, die eerst met de hand werd gedaan is overgenomen door machines. Van spitten met de spa tot ploegen met paardenkracht en naderhand met de tractor. Op het water veranderde er eveneens veel. Waar eens de schepen door een paart voortgetrokken werden namen andere PK’s deze voortdrijving over. Aardappelen werden per schip naar de aardappelmeelfabriek vervoerd en de melk met bokken van de boer naar het melkfabriek. Maar weer veranderden de tijden. Er kwamen auto’s die veel sneller hun vrachten vervoerden, maar die niet over de waterwegen voerden. Verharde wegen moesten worden aangelegd. Dus andere tijden en in de muziek een andere toon en maatsoort. We zijn nu in het laatste deel van het muziekwerk aangekomen. Het deel waarin het koraal centraal staat. Rustig en ingetogen maar wel met veel gezichten omdat er in de laatste honderd jaar zoveel is veranderd. De mens op de maan, computers die al het rekenwerk voor je uitvoeren, telefoons zo klein als een lucifersdoosje waarmee je midden in een weiland naar de andere kant van de wereld kunt bellen en ga zo maar door. Als Baron van Dedem dit had geweten was hij wellicht nooit aan het graven begonnen. Maar dankzij hem is deze streek geworden wat hij nu is. En of we willen of niet: onze tijd is ook aan verandering onderhevig. Heel onopvallend, maar toch! Daarom verandert ook het muziekstuk in dit laatste deel heel onopvallend van toonsoort, maar toch! Er wordt nu gesproken over het weer bevaarbaar maken van de Dedemsvaart. Dat betekent eerherstel voor het vele werk dat onze voorvaderen hebben verricht die van onze streek gemaakt hebben wat het geworden is. Het coda van het muziekstuk luidt dus ook als volgt: ODE AAN DE DEDEMSVAART.

Het muziekstuk kwam zo gereed, en moest nog geïnstrumenteerd worden voor de vele partijen van de harmonie. Zoals gezegd ben ik daar helemaal niet in thuis maar met de hulp van een expert in de figuur van Bert van Faassen is het allemaal goed gekomen. Dat zal duidelijk zijn als u JUBAL dit hoort spelen. Nee het stuk is toch nog niet helemaal klaar, het slagwerk ontbrak nog. Hoe krijg je er nu een goede slagwerk partij bij? Dat heb ik graag uitbesteed aan een zeer goede vriend van mij en een meester op dit gebied Jan Sliekers, die bij dit werk (maar niet alleen bij dit werk) heel veel voor mij heeft betekend. Daarom ben ik deze twee mensen ook veel dank verschuldigd.

Ik hoop dat de uitvoerende musici net zoveel plezier aan dit werk zullen beleven als ik er aan heb beleefd

Dedemsvaart, 14 augustus 2009

            

Klaas H. Hagels

Het muziekstuk is tweemaal opgenomen, eenmaal met Jubal samen met de koren van Dedemsvaart en eenmaal met een Braziliaans jeugd orkest samen met koren van Klaas Herman Hagels.